Een baby kan zich, afhankelijk van zijn of haar temperament, aan 3 tot 4 verschillende mensen hechten. Bij deze hechting is sprake van een zogenoemde hechtingspiramide, waarbij de eerste persoon waaraan een baby zich hecht meestal de moeder betreft. Wanneer de moeder aanwezig is zal de baby troost zoeken bij haar wanneer het kind verdrietig of bang is, pijn heeft of stress ervaart. Wanneer de moeder niet aanwezig is, zal het kind troost zoeken bij andere hechtheidspersonen.

Veilige hechting

Wanneer de baby een veilige hechting ervaart betekend dit dat het kind veiligheid vindt bij een gehechtheidspersoon. Deze persoon is in staat het kind te kalmeren en zich weer prettig te laten voelen. Door een verlaging van het stressniveau van het kind ontstaat er weer interesse in de rest van de omgeving en kan hij of zij weer veilig op ontdekkingstocht gaan. Kortom, veilige hechting betekend dat er een gezonde balans is tussen de zoektocht naar veiligheid en ontdekken en spelen.

Onveilige hechting

Wanneer we spreken van onveilige hechting uit zich dit op twee manieren. Ofwel zoekt een kind zijn of haar ouders niet op wanneer het stress ervaart. Het kind lijkt erg onafhankelijk en vermijd het contact. Een andere vorm van het uiten van onveilige hechting is wanneer een kind continu de hechtheidspersonen opzoekt en daardoor niet of minder toekomt aan ontdekken en spelen.

In dit laatste geval spreken we niet van een ‘te veilig gehecht kind’, maar heeft het kind juist onveiligheid meegemaakt. Bijvoorbeeld in het geval een hechtheidspersoon niet consequent beschikbaar was wanneer er troost gezocht werd. De reden waarom de hechtheidspersoon niet beschikbaar was maakt niets uit, maar het kind zal constant in de buurt van deze persoon willen blijven om er ‘zeker’ van te zijn dat hij of zij daar terecht kan wanneer dit nodig is. Deze situatie kan overigens ook ontstaan wanneer de hechtheidspersoon of -personen té bezorgd zijn over het kind. Een kind krijgt dan het onbedoelde signaal dat het niet op onderzoek uit mag gaan, doordat hij of zij continu gewaarschuwd wordt voor gevaar.

Wat kun je als ouder doen?

Als kersverse moeder of vader kun je de hechting tussen jou en je kind positief beïnvloeden. Zorg bijvoorbeeld dat je sensitief beschikbaar bent wanneer de baby het nodig heeft. Neem veel tijd voor je kind, zelfs wanneer het nog in de buik zit. Het opbouwen van de band begint namelijk al in een zeer vroeg stadium.